In het kortst van de dagen is het mooi meegenomen dat het blad van de bomen is. Dan kun je goed zien wat er nog op dode (loof)boomstammen mycologisch te beleven is. Zeer kleine soorten, met name de slijmzwammetjes profiteren van de sponsachtige en extra vochtige delen hiervan. Zij groeien vooral aan de onderzijde van dikke liggende stammen en liefst buiten het bereik van de zon. Als het kan met een droog "afdakje", zodat bij het rijpen de sporen droog blijven en ze beter kunnen wegwaaien. Dat rijpingsproces kan maandenlang aanhouden. Verschillende rijpingsstadia van het Peervormig draadwatje zijn tegelijkertijd en naast elkaar te vinden. Het loont hun ontwikkeling te volgen. Ze beginnen vanuit het plasmodium met een wit peervormig vruchtlichaam en na korte tijd, soms binnen een halve dag, wordt de kleur oranjerood, rose of beige. Daarna worden ze bruin en zijn dan moeilijker te vinden. Bij de rijping hebben ze harige gele pruikjes die er uit zien als watjes. Die worden gevormd door de buisvormige capillitium-draden, waartussen het okergele sporenpoeder zit. Enkele opeenvolgende stadia van een groepje Peervormige draadwatjes zijn op de foto's te zien.
Tekst & foto's: Gerben Winkel.

Zie voor meer informatie over de Peervormig draadwatje: