![]()
Sinds het fylogenetisch onderzoek bij Champignons (Agaricus L., Alberto & Sánchez, 2013) ontstond er grote onzekerheid bij de veldherkenning van veel soorten, want verschillende taxonomische kenmerken die tot dan toe als soortonderscheidend werden gezien bleken ineens veel meer overlap tussen soorten te vertonen dan werd aangenomen. Een 'simpele' Anijschampignon (A. arvensis) met zekerheid in het veld benoemen, zonder dat ook de DNA-structuur wordt onderzocht, is feitelijk onmogelijk geworden! De Reuzenchampignon is echter nog steeds goed determineerbaar, al kunnen de catenulate cystiden (meervoudig gesepteerde cystiden met insnoering bij de septen, waardoor ze er als sneeuwpopjes uitzien) niet meer als doorslaggevend worden beschouwd, want in weerwil van de oudere literatuur blijken ze niet helmaal uniek voor deze soort. Maar de ring (breed afhangend met vlokjes langs de rand), de geelbruine aangedrukte schubjes op de hoed, de geur naar rauwe amandelen en de sporenvorm en -maten zijn nog steeds bruikbare kenmerken.
De Reuzenchampignon (in verschillende talen ook wel "Keizerschampignon" genoemd; het epitheton 'augustus' verwijst niet naar keizer Augustus, maar betekent 'verhevene' of 'aanzienlijke') maakt zijn naam waar: de hoeden kunnen meer dan 25 cm breed worden! Het is een echte zomerpaddenstoel, die in de afgelopen maand ook alweer gevonden is en in augustus en september op voedselrijke, overschaduwde plaatsen in parken en bossen zijn opwachting maakt. Tekst: Aldert Gutter; foto's: Paul Coene en Nico Dam |
![]() ![]() |